Hoe ga ik om met claimend gedrag?
“Mijn dochter van 3 en zoon van 1,5 ‘trekken’ letterlijk aan mij om aandacht te krijgen. Ondanks dat ik veel één op één momenten met ze inplan. Ik vind het heel gezellig om met ze te knuffelen maar het is ook vermoeiend als er steeds zo aan mij getrokken wordt, soms zelfs claimend. Hoe ga ik daarmee om?”
Een voorbeeld van een vraag die mij vaak wordt gesteld. Een op een momenten zijn fijn, als het voor alle partijen gezellig is en het enigszins ontspannen verloopt. Kun je er wat mee als ouder of is het beter om het maar gewoon ondergaan?
Allereerst is het belangrijk om aandacht te hebben voor de vraag: waar komt die behoefte vandaan? Probeer te achterhalen waar jouw kind ‘last’ van heeft op dat moment zodat je vervolgens kunt kijken wat hij kan leren om hier anders mee om te gaan zodat hij zich ontspannen en veilig voelt.
Minder leeftijdsverschil, meer rivaliteit
Zo weten we uit onderzoek dat hoe kleiner het leeftijdsverschil: hoe meer conflicten brusjes (broertjes en zusjes) met elkaar hebben. Het gaat dan vooral over brusjes met een leeftijdsverschil van minder dan 3 jaar. Bij een groter leeftijdsverschil is er minder ruzie maar doen kinderen ook minder dingen samen. Dat komt omdat de onderlinge competitie bij een oudere broer of zus minder groot is. Zij hebben vaak andere behoeften en dus valt daarmee gelijk een stuk ‘concurrentie’ weg. Daarnaast blijkt ook het karakter een rol te spelen. Hoe meer de karaktereigenschappen van de betreffende broer/zus op elkaar lijken, hoe meer er gevoelsmatig sprake is van ‘concurrentie’. Concreet vertaalt zich dit bijvoorbeeld naar meer moeite doen om de aandacht van de ouder te vragen op het moment dat jij knuffelt met het broertje of zusje. Kortom: hoe meer er sprake is van ‘concurrentie’, hoe groter de kans op claimend gedrag en onderlinge rivaliteit.
Ok, dat weten we nu. Maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Vaak krijg ik de vraag: kan ik hier als ouder iets mee of moet ik het maar gewoon laten gaan? Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om jouw kind te helpen. Want vooral jonge kinderen, hebben jouw hulp hier nog hard bij nodig.
Vier handige tips
Hieronder volgen vier handige tips hoe jij kunt omgaan met claimend gedrag:
1. Onderlinge ‘concurrentie’ is normaal en leerzaam.
Houd dus allereerst in gedachten dat dit gedrag onder broertjes en zusjes ‘normaal’ is. Dat betekent niet dat het ook makkelijk is om ermee om te gaan. Vooral kinderen tot een jaar of vier vinden het nog erg lastig om gevoelens zoals jaloezie en boosheid te onderdrukken. Wat ze voelen, komt direct in gedrag tot uiting. Daar hebben ze de hulp van een volwassene bij nodig (zie tip nr. 3). Hou daarnaast in gedachten dat deze momenten die kunnen leiden tot kleine en grote conflicten, allemaal leermomenten zijn. Later in het ‘echte’ leven zullen kinderen bijvoorbeeld ook op hun beurt moeten wachten: de aandacht van de juf wordt immers ook verdeeld onder 25 kinderen. Kinderen leren veel van jou in zo’n situatie. Probeer daarom om vooral in te steken op: wat je wél wilt zien en hoe je tot een compromis komt. Door kinderen op jonge leeftijd te leren hoe ze kunnen omgaan met teleurstellingen, behoefte van de ander en conflicten, zijn ze op latere leeftijd flexibeler en weerbaarder. Want tegenslagen krijgen we immers allemaal een keer in ons leven.
Het kan je helpen om te beseffen dat de ‘lastige’ momenten, ook de momenten zijn dat jouw kindje leert.
2. Vermijd onderlinge vergelijking
Vermijden van onderlinge ‘vergelijking’. Kinderen willen het van nature ‘goed’ doen en gezien worden door hun ouders. Een compliment is voor het kind een directe bevestiging dat het gedrag wat wordt vertoond, door jou als ouder wordt gewaardeerd. Met complimenten op zich is niets mis. Maar complimenten over het ene kind, gericht op het andere kind (kijk eens, jouw broertje gaat wél alleen spelen waarom doe jij dat nou niet) zorgen vaak voor een verergering van het gedrag. Een kind kan dit voelen als: ik doe het niet goed en hij wel. Waardoor het broertje (nog) meer als concurrent wordt gezien en zij nóg meer haar best zal doen om gezien te worden door middel van aanraking of uitdagend gedrag.
3. Benoem het gevoel help je kind
Maar wat dan wel? Op het moment dat haar moeder waar ze zo dol op is knuffelt met haar ‘concurrent’, is het voor jouw dochter tijd om te laten zien dat zij er ook is. Wat helpt in zo’n situatie is haar gevoel benoemen: “Ik zie dat je het lastig vindt dat mama met Siem knuffelt, wil jij ook graag knuffelen met mama?”. Weeg af of een groepshug op dat moment ok is of bied een alternatief en help even haar even op weg: “Mama knuffelt eerst even met Siem, daarna knuffelen wij even met z’n tweeën. Kun jij misschien alvast een kopje thee maken in jouw keukentje voor mama?”. Probeer een evenwicht te zoeken op basis van de behoefte van jezelf en jouw kinderen (ook los van elkaar). Een ander voorbeeld is het zoeken van een middenweg, bijvoorbeeld in plaats van op schoot: “Jij mag even naast mama komen zitten”. Knuffelen an sich, kun je natuurlijk nooit teveel doen. Maar het is voor beide kinderen fijn dat ze af en toe ook een momentje alleen met je hebben én dat ze leren dat het soms ook prima is om mama te ‘delen’ of mama soms ook even ruimte voor haarlief nodig heeft. Help hen daarbij op een liefdevolle manier die tegemoet komt aan hun behoeftes én die van jou.
4. Vergeet je eigen behoefte niet
Voor kinderen is het ook heel goed om af en toe alleen te spelen. Of zich even te vervelen. De voordelen hiervan lees je in dit artikel. Een dag met de kinderen thuis betekent niet dat jij vanaf het moment dat ze wakker zijn tot ze gaan slapen, voortdurend met hen bezig moet te zijn. Ze zullen ongetwijfeld bij jou komen, maar weet dat het geen kwaad kan om ze even alleen te laten spelen. Door duidelijk te benoemen (Ik vouw eerst alle was op en ga dan…) weten ze waar ze aan toe zijn. Als jij daarna weer met volle aandacht beschikbaar bent is dat voor beide een win-win. Maar ook als je het fysieke eventjes genoeg vindt ben je echt niet een slechte moeder maar heb je gewoon even die ademruimte nodig voor jezelf. Om er daarna weer voor hen te kunnen zijn….
Bronnen:
Blair, L. (2017). A parenting guide to managing sibling rivalry and raising happy children.
Van Berkel, S. & Buist, K. (2017). Broertjes en zusjes. Zo stimuleer je een warme band tussen je kinderen.